ADHD & Diagnose

ADHD & Diagnose

Diagnose ADHD: wie stelt die eigenlijk?

Het stellen van een diagnose is het werk van een deskundige. Het eerste gesprek is meestal met een huisarts. Als die inschat dat er een reële kans is op ADHD, dan zal deze je doorverwijzen naar zo’n deskundige. Daarbij zal je huisarts er vooral op letten in zijn vraagstelling hoe chronisch het ADHD-gedrag is en van welk type ADHD er dan mogelijk sprake zou kunnen zijn.

In de regel is de deskundige waar de huisarts naar doorverwijst een in ADHD gespecialiseerde psycholoog. Soms is het een psychiater. In een enkel geval heeft de huisarts zelf veel kennis van en ervaring met ADHD en zal deze zelf verder met je aan de slag gaan.

  • ADHD Testen

    Er zijn verschillende (schriftelijke) ADHD testen die een bijdrage kunnen leveren aan het stellen van een diagnose voor ADHD. Een overzicht van de meest voorkomende testen is hier te vinden. Deze testen worden afgenomen en beoordeeld door de deskundige.

    Op het internet zijn er daarnaast verschillende plaatsen te vinden waar je een ADHD test online kunt doen. Een voorbeeld is deze. Zo’n ADHD zelftest is natuurlijk geen diagnose, maar kan je wel helpen om vast te stellen of het nut heeft een officiële diagnose door een deskundige te laten stellen.

  • ADHD Interview

    Naast de schriftelijke test zal de arts-deskundige een interview met je afnemen. Dat wordt ook wel het Diagnostisch Interview voor ADHD bij volwassenen (DIVA ADHD) genoemd.

    In dit verband kom je vaak ook de term anamnese tegen. Dat is alles wat je als (mogelijk) ADHD-er kan vertellen over de voorgeschiedenis en de relevante omstandigheden rond je ADHD. De arts-deskundige zal daar een aantal gerichte vragen over stellen aan je. Het gaat om je persoonlijke verhaal. In de regel wordt er daarnaast ook iemand uit je directe omgeving geïnterviewd zoals je partner, een ouder of een familielid, zodat een zo nauwkeurig mogelijk beeld ontstaat. Ook deze wordt bevraagd op ADHD kenmerken die zich bij jou voordoen.

  • ADHD Observatie

    Met name bij kinderen wordt er naast test(en) en interview(s) soms ook nog gebruik gemaakt van observatietechnieken, waarbij het kind thuis of op school geobserveerd wordt. Daarnaast wordt er bij kinderen vaak ook gebruik gemaakt van informatie die afkomstig is van leerkrachten.

Hoe nauwkeurig is een diagnose?

Doordat er ook een of meer anderen in je omgeving geinterviewd worden, is er een zekere mate van subjectiviteit mogelijk bij het stellen van de diagnose. Reden waarom dit zeer zorgvuldig dient te gebeuren.

Bij een diagnose ADHD is er sprake van meer dan gemiddeld afwijkend gedrag, dat volgens de beoordeling van de arts vaker dan normaal voorkomt en problemen veroorzaakt. Of daar sprake van is, dat wordt uiteindelijk beoordeeld aan de hand van de uitslagen van de test(en), de interviews en eventuele observaties die tezamen worden afgewogen door de arts tegen de criteria voor ADHD. Daarbij wordt ondermeer gekeken naar de vraag:

  • Of voldaan wordt aan meerdere gedragskenmerken van ADHD
  • Of het gaat om een levenslang patroon. (Iedereen heeft immers wel eens ogenblikken van concentratieverlies en hyperactiviteit. Dat hoeft niet per definitie tot een diagnose ADHD te leiden)
  • Of er een duidelijke invloed zichtbaar is op belangrijke terreinen in je leven (school, werk, relaties etc.)
  • Of er geen lichamelijke oorzaken zijn die de symptomen veroorzaken
  • Of er sprake is van combinaties met andere stoornissen die relevant zijn (Dat komt bij meer dan de helft van de mensen voor). Daarbij worden er aanvullend soms nog intelligentietests, taalvaardigheids- of geheugentests gebruikt om hier meer inzicht in te krijgen
  • Of er eventueel erfelijke factoren in het spel zijn